De verse groenten uit van Dries Leenknegt en Annelies Debaene uit Hooglede

In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door een 1.000-tal actieve leden-producenten met vakkennis en een sterke betrokkenheid marktklaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal die ze graag met je delen. Deze keer stellen we Dries Leenknegt en Annelies Debaene uit Hooglede aan je voor. Ze delen graag hun passie voor de teelt van alternatieve vollegrondslaatjes.

  • Het regent zachtjes als we het slaveld oplopen waar Dries en Annelies aan het snijden zijn. Later die dag zouden de hemelsluizen helemaal opengaan. Aprilse grillen in mei die voor spektakel aan de hemel zorgen. Dries is blij met de regen, voor de sla, maar ook omdat het grondwaterpeil wordt opgekrikt.

Dries: "Ik ben een echte boerenzoon. (lacht) Mijn vader, grootvader, overgrootvader, misschien nog eerdere generaties, zijn altijd landbouwer geweest. Mijn vader boert nog steeds, maar wel in de akkerbouw, net als mijn broer trouwens. Ik heb tuinbouwschool gevolgd en ben daarna in loondienst gaan werken. Eigenlijk heb ik nooit iets anders willen doen. Dat ik mijn een eigen bedrijf zou starten, stond heel snel vast."

Annelies: "(lachend) Ik ben een boerendochter. Zover ik kan terugkijken waren het tuinders en boeren in mijn familie. Thuis werd er prei en bloemkool geteeld. Deze waren bestemd voor industrie en werden in containers getransporteerd, totaal anders werken dan wat we nu doen. Neen, ik heb geen tuinbouw gestudeerd, maar wel verpleging. Ook na de opstart van de zaak ben ik blijven werken als verpleegster, pas als de tweeling (de dochtertjes Charlotte en Elise) er was, heb ik beslist om volledig in de zaak te stappen."

Dries: "Ik ben afkomstig uit Gits, Annelies uit Staden. (lachend) We zijn een beetje in het midden komen wonen. In 2014 hebben we het bedrijf daar (wijst) onderaan de heuvel gekocht. Er was een serre bij, maar al snel zijn we buiten beginnen telen. In het begin was het wat zoeken, zo zijn we het eerste jaar gestart met knolselder te telen en snel daarna zijn bloemkool, groene selder en sla er bijgekomen. Vandaag telen we ook nog courgettes en in de winter prei, kolen en serresla en vollegrondsla. Die verschillende teelten zijn een bewuste keuze om de risico’s te spreiden en zo niet alle eieren in één mand te leggen."

  • Van een zachte miezer is het steeds steviger beginnen regen. Annelies snijdt onverstoorbaar door. Ze zegt liever op de knieën te werken dan - zoals Dries - gebogen te staan. Ze straalt gewoon pure energie uit. Ze is zwanger van hun derde kindje, gelukkig zegt ze lachend een 'eenling'. Zo lang ze zich er goed bij voelt, werkt ze door op het veld, maar er is ook nog veel administratief werk te doen. De donkere wolken zetten het rood-groene veld in een gloed. Waarom hebben ze net voor deze alternatieve slasoorten gekozen?

Dries: "Het zijn de meest courante slasoorten die het goed doen op de klok, voor ons is dit heel belangrijk dus. Ook telen in volle grond was een bewuste keuze, deels omdat de investering minder groot is dan met serres, maar ik vind vollegrondsla toch anders van smaak en kleur, steviger ook. Hier is de kleur diep rood, in serre iets bruiner. Buitenteelt is wel risicovoller en heel weersafhankelijk, in de serre kun je alles net iets beter afstemmen. Het zijn eigenlijk twee totaal verschillende teelten."

  • Weersafhankelijk kun je wel zeggen. Plensbuien en zon volgen elkaar in een snel tempo op.

Dries: "Dit veld is hooggelegen en dat heeft zijn voor- en nadelen: als het regent kan het niet onder water komen staan, maar we vangen hier wel meer wind dan op lager gelegen percelen. Dit is zandleemgrond, een vrij erosiegevoelige grond en ook nog op een berg... (kijkt rondom zich) Nu valt dit goed mee, de regen is zelfs goed voor de sla, maar dondervlagen als er veel regen op korte tijd valt, hou ik soms mijn hart vast..."

Ik huur mijn percelen, teeltafwisseling is immers belangrijk, net als werkspreiding. We telen bewust vier slasoorten die telkens met een week verschil oogstklaar zijn. De groene eikenbladsla kunnen we het snelst oogsten, dit duurt ca. 3 weken. De lolla rossa heeft 5 weken nodig. In het voorjaar planten we om de drie weken, tijdens de zomer om de 14 dagen, naar het einde van de zomer toe moeten we om de drie dagen planten om continu sla te hebben. In het begin groeien ze niet zo snel, maar naar het einde van de teelt toe gaat het héél snel. In het voorjaar dekken we af met vliesdoek en dit jaar hebben we ook koepels geprobeerd. De sla onder de koepeltjes kun je anderhalve week vroeger snijden, maar... koepeltjes zijn duur, we moeten het resultaat nog evalueren."

  • Het regent nu wel stevig, maar vorige zomer was het kurkdroog en sla heeft graag natte voeten toch?

Dries: "Geen natte voeten, nee, maar sla heeft wel vocht nodig. We beregenen met kanonnen omdat die fijnere druppels hebben dan een haspel waarbij teveel aarde opspat en de sla vuil wordt. Voorlopig is water geen probleem, maar ik hou mijn hart vast als het deze zomer opnieuw zo droog wordt. (kijkt bedenkelijk) Gisteren regende het hier 3 liter, maar dat is te weinig, de grond moet een beetje zompig zijn, nu is het nog niet nat genoeg."

  • Annelies zit op de knieën krop na krop af te snijden en legt ze - na de onderste bladeren te hebben verwijderd - meteen in een kist. Na 8 stuks - wat gaat dat razendsnel! - is de kist vol. Elke nieuwe rij wordt royaal met de gieter begoten en ook de kisten worden besproeid voor ze worden gestapeld op palletten die in de camion verdwijnen.

Annelies: "Thuis spuiten we de kisten nog eens nat, steken de kistenkaart erin en worden de kisten in de koelloods geplaatst tot ze door Dries naar de veiling gebracht worden. Sla mag absoluut niet in de warmte blijven. Omdat ze voor het grootste deel uit water bestaat, verlept ze heel snel. Thuis bewaar je sla trouwens ook best in hun plasticzakje in de koelkast en na een dag wat water over vernevelen maakt dat ze krokant blijven. Maar sla is geen bewaarproduct, hoe sneller je ze eet, hoe beter!"

Dries: "We gaan met alles - ook de andere teelten - op de vrije markt, op de klok dus, en dat is een bewuste keuze. De teler brengt het product nog dezelfde dag naar de veiling waar het de volgende morgen geveild wordt.

Maar we werken ook voor het REO-kwaliteitslabel Fine Fleur, iets waar we heel fier op zijn! Het geeft ons nog meer voldoening. 's Morgens om 7 uur laten we de veiling weten hoeveel paletten we kunnen leveren, dan snijden we de sla en terwijl we snijden wordt ze verkocht, om 10 uur moeten we in de veiling zijn en om 11 uur zit onze sla op de vrachtwagen richting de winkel... Sla van Fine Fleur is dus echt kraakvers! (brede lach) Sneller kan gewoon niet!

Dries: "We hebben samen ons bedrijf van nul opgestart. Het is hard werken ja, maar we zijn trots op wat we doen, op onze sla's en onze andere teelten, en willen steeds beter doen."

Annelies: "Het is fijn werken, bijna altijd buiten en zelfs als het regent, kan ik genieten van wat ik doe. (kijkt rondom zich) Zeg nu zelf, niet iedereen heeft zo'n fantastisch uitzicht tijdens zijn werk! We kunnen ook onze uren zelf regelen, zo kan altijd één van ons de meisjes naar school brengen en ophalen. En we proberen heel bewust na 17u niet meer het veld op te gaan, maar thuis te zijn. (lacht) Er is daar ook nog genoeg te doen. Lang op reis gaan kunnen we natuurlijk niet, maar een dag naar zee of met z'n allen gaan fietsen doen we wel regelmatig. (brede lach) Eigenlijk is ons werk onze hobby."

Dries: "We doen zoveel mogelijk met ons twee, maar natuurlijk lukt dat niet altijd. Vast personeel is niet aan de orde, wel hebben we op de drukke momenten tijdelijk personeel ter beschikking. We begeleiden deze goed, zo geven ze in die tijd het beste van zichzelf en komen ze met plezier terug. (brede lach) We zijn ook graag een periode zonder personeel, anders ben je nooit op je gemak. De avonden samen zijn onze kleine luxe."

Enkele weetjes van Dries en Annelies

  • Met hun vrolijk gekrulde bladeren zijn de ‘lollo’s’ het basisvoorbeeld van de slasoorten die geen krop vormen maar een open bladrozet met sterk ingesneden malse bladeren. Lollo bionda en haar rode zusje lollo rosso zijn van origine Italiaans. Ze hebben een zachtere, iets zoetere smaak dan de gewone kropsla.
  • Ook de superpopulaire eikenbladsla is een sla die geen vaste krop vormt. De bladeren hebben de vorm van een blad van de Amerikaanse eik en zijn aan de buitenkant roodbruin gekleurd, het middendeel is bleekgroen. Er bestaat echter ook een volledig groene versie. De smaak van eikenbladsla is wat pittiger, ietsje nootachtiger.
  • Welke sla je ook kiest, allemaal steken ze boordevol vitamines (vooral C en A), mineralen en oligo-elementen. Sla bevordert de spijsvertering en vormt een uitstekend tegengewicht bij gerechten die iets vettiger zijn. En een lekker pluspunt: je mag er zo veel van eten als je wil, dik wordt er je er zeker niet van!

Redactie: Tine Bral

Fotografie: Marc-Pieter Devos

foto 1
foto 2
foto 3
foto 4
foto 5
foto 6
foto 7
foto 8
TOP