In weer en wind worden de dagverse kwaliteitsgroenten en –fruit van de REO Veiling door bijna 1.000 actieve leden-producenten met vakkennis en een sterke betrokkenheid marktklaar gemaakt. Elk hebben ze hun eigen verhaal dat ze graag met je delen. Deze maand zijn we in Klerken bij komkommertelers Kris Demeulenaere en Melissa Wybouw.
- Niet alleen in de serres van Kris en Melissa is het puffen, ook buiten gaat de thermometer vlot naar 35°C. Vlaanderen kreunt onder de zoveelste hittegolf. Van de warmte hebben de komkommers nauwelijks last, het zijn tenslotte tropische planten, maar dorst hebben ze wel. Veel dorst zelfs.
Kris: “Per beurt krijgt elke plant zo’n 100 cc water via een druppelsysteem. Is het een donkere dag dan volstaat het met enkele beurten per dag. Op zonovergoten dagen komen de beurten dichter bij elkaar. Op piekdagen zoals vandaag krijgt elke plant zo’n 7 liter water. Reken maar even mee, in deze serre staan 10.000 planten en nog 8.000 in het bedrijf thuis. Gelukkig hebben we een groot waterbassin waarin we het regenwater opvangen van de serredaken. Mocht dat niet volstaan, dan hebben we nog enkele boorputten maar die spreken we liefst zo weinig mogelijk aan omdat er een teller opstaat.”
- Melissa is er bij komen staan. Het oogstwerk zit er bijna op en straks worden de geoogste komkommers gesorteerd in de loods. Oudste zoon Thomas is druk in de weer met het aanbrengen van kisten waarin de plukkers, drie Roemeense seizoensarbeiders, de komkommers verzamelen.
Melissa: “In dit weer is het niet verantwoord om in de namiddag in de serres te werken. We beginnen ’s morgens als het licht wordt. Kris en ik helpen mee. Kris helpt bij het oogsten terwijl ik meer het onderhoud doe van de planten. Wij laten de planten maar tot manhoogte groeien, zo is het makkelijker werken."
Kris: “Komkommers groeien bijzonder snel. We krijgen de plantjes binnen als ze 30 centimeter groot zijn. Drie weken later zijn ze bijna 2 meter en moeten ze getopt worden. Als de vruchten van de ‘stam’ afgesneden zijn, komen er geen meer bij. Wel aan de ranken, tot we die ook toppen en zo gaat het bijna drie maand door.
We planten twee rondes komkommer. Dit is de tweede ronde. Beginnen doen we half maart. De jonge komkommerplantjes worden op agrofoam-matten geplaatst en met de juiste voeding en de juiste hoeveelheid water groeien ze razendsnel. Na drie maanden is het mooiste en beste er echter af. Half juni verwijderen we de planten en zetten nieuwe jonge plantjes. Door het planten te spreiden kunnen we komkommers oogsten van april tot oktober. Daarna is het tijd om de matten te reinigen en te ontsmetten en planten we sla in de serres.”
- Van vader op zoon, zo gaat het vaak in de groenteteelt. Kris is op deze regel geen uitzondering.
Kris: “Mijn grootvader was een kleine boer met wat kippen en koeien. Mijn vader nam de boerderij over in de jaren zestig en bouwde meteen een serre, geen hoge zoals nu maar een lage serre in hout. Hij teelde – zoals zoveel tuinders in deze streek – sla en tomaten. We zijn thuis met twee broers. Ik heb tuinbouwschool gevolgd, mijn broer was meer een ‘tractorman’ en had weinig interesse in de teelt, wel in de machines. Toen ik twintig jaar geleden het bedrijf overnam, heb ik een eerste nieuwe serre gebouwd, enkele jaren later een tweede.”
- Liggen de roots van Melissa ook in de tuinbouwsector?
Melissa: “Helemaal niet. Mijn ouders waren ‘gewone’ werknemers. Toen ik Kris leerde kennen, wist ik niks af van tuinbouw. Ik volgde een B-cursus om samen met hem het bedrijf te kunnen overnemen. Ik heb alles in de serre al doende geleerd. Nu gaat het goed zo. Het is aangenaam als je samen kan werken. Ik doe het onderhoud van de planten, Kris volgt de groei en het water geven.”
- Waarom de keuze voor komkommer?
Kris: “Toen ik mijn vader hielp met het plukken van tomaten, werd hij altijd kwaad omdat ik te veel groene, onrijpe tomaten plukte. Wat bleek... ik ben kleurenblind. Ik zag het verschil niet tussen de rijpe en onrijpe tomaten. Met komkommers heb ik dat probleem niet (brede lach). Alles is groen.
- Van vader op zoon! Staat er dan nu weer een zoon klaar om in de voetsporen van zijn vader te stappen. Thomas kijkt me zeer bedenkelijk aan.
Melissa: “Ik weet het niet. Thomas is niet geïnteresseerd in het serregebeuren. Hij volgt de richting elektriciteit/elektronica. Onze jongste zoon weet nog helemaal niet wat hij later gaat worden, maar hij is wel verzot op tractoren. Wie weet… Nee, laat ze maar eerst studeren. Doen wat ze graag doen. We zien het later wel."
- In de inkom van de serre staan kisten vol komkommers op palletten klaar om naar de loods gebracht te worden. Met een brede lach stapt Kris op de tractor. Niet alleen zijn jongste zoon is dus ‘tractor-gevoelig’ zoals Melissa het uitdrukt. Wij volgen naar de loods een paar honderd meter verderop. Tijd om te sorteren.
Melissa: “De komkommers worden op een transportband gelegd. Elke komkommer wordt gewogen en de computer stuurt ze volgens hun gewicht naar een bepaalde plek op de transportband. Er zijn 5 gewichtsklassen: van 250 g tot 600 g. De klasse 400 g wordt het best verkocht en er wordt ook de beste prijs voor betaald. De smaak verschilt niet zo veel maar de grote komkommers hebben veel meer zaad in zich."
Kris: “Wij verkopen alles op de veilingklok. Er is trouwens nauwelijks contractteelt in komkommers. De verpakking passen we aan volgens de klant, sommigen willen hun komkommers in kartonnen dozen, andere in klapkisten. Het beste moment voor ons is de zomer want komkommers zijn graag geziene gasten op de BBQ. Als het mooi weer is, stijgt meteen de vraag.”
- Wat de toekomst zal brengen?
Kris: “Momenteel zijn we tevreden zoals het loopt. In een klein familiebedrijf zoals het onze, met drie seizoensarbeiders, is alles nog overzichtelijk. Wij lopen elke dag door onze serres en volgen de teelt van heel dichtbij op. Is er ergens iets mis, grijpen we meteen in. Er is wel nog ruimte om uit te breiden en wie weet als één van onze zonen toch voor de serres zou kiezen... Maar, het hoeft niet. We zien wel."
Redactie: Tine Bral
Fotografie: Marc-Pieter Devos