Woord van de voorzitter
Beste lezer
Stilaan kennen we terug een voorzichtige versoepeling van de Covid-19 maatregelen. We moeten ons echter bewust zijn dat de terugkeer naar een normaal leven zoals voorheen nog niet voor onmiddellijk is. Ook op de REO Veiling hebben we de nodige maatregelen getroffen en inspanningen gevraagd naar zowel onze medewerkers, de kopers, alle transporteurs als naar jullie, REO-producenten. Ik wil jullie allen heel oprecht danken voor de bekommernis en betrokkenheid waarmee elk van de maatregelen heel gedisciplineerd werd opgevolgd. Het toont aan dat elk van jullie echt bekommerd is over het welzijn van anderen en kan omgaan met de nodige persoonlijke discipline als het over de collectieve gezondheid gaat.
Dit laatste staat in schril contrast met de ervaringen van de voorbije maanden in een aantal probleemdossiers rond plantenbescherming. Als verantwoorde groente- en fruitsector hebben we vanaf de jaren ’90 systematisch ingezet op voedselveiligheid. Een aantal belangrijke stappen tonen dit aan:
- Het ontwikkelen van vooroogstcontroles bij teelten die gevoelig zijn aan residuen van plantenbeschermingsmiddelen. Het systematisch bemonsteren van gevoelige teelten heeft de kennis rond het gebruik van plantenbeschermingsmiddelen geactiveerd. Daarnaast zorgde het voor een grote betrokkenheid binnen onze sector. De bewustwording bij tuinbouwers dat volksgezondheid essentieel is voor het vertrouwen van de consument is een dagelijkse realiteit in de coöperatieve groente- en fruitsector.
- De samenwerking met de betrokken overheden om autocontrole systemen te ontwikkelen en op een transparante manier informatie met elkaar te delen in crisissituaties. Het omzetten van een sectorbenadering naar een wettelijk kader waar alle actoren dienen aan te voldoen, zoals dit gebeurde bij de vooroogstcontrole, toont de sterkte van een overlegmodel waarbij de sector zijn verantwoordelijkheid neemt.
- Het samen investeren in analysecapaciteit. Tijdens de dioxinecrisis, waar we eerder in de marge bij betrokken waren via de champignons, hebben we als groentesector geleerd dat analysecapaciteit essentieel is. Het mee-investeren in de laboratoriumsector zorgt er voor dat er voldoende snel inzicht komt rond de problematiek en dat er betaalbare oplossingen geboden worden aan de getroffen sector. Het exploderen van de analysekost bij crisissen, een ervaring die we opgedaan hadden in de dioxinecrisis, wordt hierdoor vermeden. De ontwikkeling van Primoris, een spin-off van UGent en de LAVA-veilingen, heeft er tijdens de voorbije jaren voor gezorgd dat er in elke zich aandienende crisis heel snel ondersteuning kwam voor de land- en tuinbouwsector. Meteen werd er ook telkens absolute garantie gegeven dat de volksgezondheid gevrijwaard bleef. Naast het inzetten van analysecapaciteit voor het vrijwaren van de voedselketen was er ook steeds aandacht om analysecapaciteit ter beschikking te stellen van de land- en tuinbouwsector om toekomstgerichte teeltmethoden uit te werken gestoeld op nieuwe inzichten en kennis.
In de voorbije maanden hebben we te vaak moeten vaststellen dat toeleveranciers van onze tuinbouwsector vaak weinig verantwoord omgaan met de problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Als tuinbouwsector vragen we heel dringend dat bij problemen bij de toelevering er onmiddellijk ingegrepen wordt en geen nodeloze tijd verloren gaat in het al of niet bewijzen van het grote gelijk. Onze sector heeft dertig jaar terug al geleerd dat bij het vaststellen van een probleem het blokkeren van product en het onmiddellijk informeren van de keten essentieel zijn om vertrouwen te creëren. Tracering van de productstroom is hiertoe essentieel. Het is pijnlijk vast te stellen dat anno 2020 tracering het grote probleem is bij elke toeleverancier van de land- en tuinbouw.
Opnieuw heeft de coöperatieve groentesector het voortouw genomen en zware inspanningen geleverd om te komen tot een totaal vernieuwd en up-to-date registratiesysteem: Care4Growing. Het systeem is zo gebouwd dat het open staat voor registratie in de volledige plantaardige sector en ook datauitwisseling mogelijk maakt tussen alle toelevering naar de land- en tuinbouwsector en de individuele land- en tuinbouwer. Werken aan een adequate tracering moet toelaten met één druk op de knop te weten waar welk lot van zaaizaad of gewasbeschermingsmiddelen terecht is gekomen. Dit is veel efficiënter en sneller dan de draconische monstername-campagnes waarmee onze tuinbouwsector tijdens het afgelopen jaar werd geconfronteerd. De kosten hiervan horen absoluut niet thuis in onze sector. De distributiesector naar de land- en tuinbouw is dringend toe aan een inhaalbeweging om aansluiting te vinden met de verwachtingen van de maatschappij en onze sector anno 2020. Blijven hangen in de vorige eeuw is echt niet wat we verwachten als moderne land- en tuinbouwers. Investeren in de wereld van morgen mag echt wel gevraagd worden aan de distributie naar land- en tuinbouw.
Rita Demaré
Voorzitter